Praktijk 1 = Poomsae/Stijlvormen.
'A' = Stijlvorm 9 (Koryo).
'B' = Eén Taegeuk naar eigen keuze van 5 t/m 8.
'C' = Eén Taegeuk naar keus van de E.C. van 1 t/m 8.
Praktijk 2 = Ilbo Taeryon/Eén Stapssparring.
ILBO TAERYON 15 stuks met gebruikmaking van onder andere voet- en handtechnieken, gesprongen voettechnieken, c.q. combinaties daarvan. De aanval begint vanuit een links voorwaartse lange stand. De aanval moet niet alleen uit stoten bestaan, maar dient ook uit andere aanvallen te bestaan zoals bijvoorbeeld trappen en/of slagen. De tegenaanval van kandidaat moet 5x eindigen met een handtechniek en 10x met een voettechniek. In de serie van voettechnieken moeten er minimaal 3 gesprongen zijn.
Praktijk 3 = Hosinsul/zelfverdediging (Stok aanval).
HONSINSUL 12 stuks verdedigingstechnieken tegen verschillende vormen van stokaanval.
Praktijk 4 = Ban-Chayu Taeryon/Kussen Trappen.
BAN-CHAYU TAERYON ‘A’ 1 minuut diverse trap- en stoottechnieken en of combinaties daarvan, uitgevoerd op één of twee stootkussen/mitts welke door de partner vastgehouden c.q. bewogen worden.
De kandidaat en zijn partner dragen de volledige vereiste wedstrijduitrusting tijdens het gehele praktijkonderdeel 4.
Er zit geen pauze tussen onderdeel A en B, behalve de tijd voor het wegleggen van het stootkussen/mitt.
GYEO-RUGI ‘B’ 1 minuut sparren volgens het wedstrijdreglement (met volledige bescherming).
Er dient gespard te worden met meerdere, in de Taekwondo voorkomende technieken.
Praktijk 5 = Gye-Pa/Breektest
GYE PA in één sprong zonder te landen twee breektesten uit de A-categorie, waarvan minstens één voettechniek. De examinandus van 40 jaar en ouder mag/kan twee afzonderlijk gesprongen breektesten uitvoeren, waarvan minstens één voettechniek.
Theorie
Benamingen van de genoemde stijlvormen, technieken en standen tot en met de 9de stijlvorm en alle in de Taekwondo gebruikelijke Koreaanse termen. In principe bestaat het theorie-examen uit een vijfentwintig tal vragen in meerkeuze systeem.